Sluiten

Druk op enter om te zoeken, ESC om te sluiten.

Betrokken in Gods missie

Headerafbeelding kennisbank betrokken in Gods missie
Betrokken in Gods missie

In de eerste helft van 2023 verscheen een ‘basisboek missiologie’ met bovenstaande titel. Dat is vrij uniek, want er lijkt niet zo heel veel aandacht meer te zijn voor Nederlandstalige publicaties die het werkveld van de missiologie in kaart brengen. Dit boek is ontstaan in een samenwerking van de TU in Apeldoorn en de CHE in Ede.

Prof. Stefan Paas schrijft in een aanbeveling bij het boek: ‘Zending schept ruimte, het houdt de kerk in beweging, verhindert zelfgenoegzaamheid. Daarom is de missiologie belangrijk om de kerk bij de les te houden van Gods koninkrijk en zijn toekomst.’

Meer bescheiden

We stippen een aantal onderwerpen aan uit dit boek met 22 hoofstukken, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar crossculturele missie. Jan van ’t Spijker staat stil bij ‘Missie in de Bijbel’ en noemt het Koninkrijk als het doel van Gods zending: ‘… het komen van dat koninkrijk [is] een zaak van God […]. Het is niet een bepaald programma of een sociaal project dat door mensen wordt gerealiseerd of georganiseerd’ (p. 18). In hoofdstuk vijf vraagt Berdine van den Toren-Lekkerkerker zich af of onze tijd er een is van crisis of juist van nieuwe kansen. Ze stelt: ‘… de herkenning van gebrokenheid en nieuwe vormen van onderdrukking en ongelijkheid roepen om een meer bescheiden visie op zending’ (p. 97).

De jager als held

Silas Nifefe staat stil bij de pijnlijke relatie tussen ‘Kolonialisme en zending’ in hoofdstuk 8. Hij citeert een Afrikaans gezegde: ‘Totdat de leeuwen geschiedschrijvers hebben, is de jager altijd de held van het verhaal’. Hij vervolgt: ‘De dekolonisatie van de geschiedenis zal dienen om haar mythologische afgoden te ontmaskeren en zowel blanken als zwarten te bevrijden om meer volledig mens te worden. Dit kan door de geschiedenis van de zending te herschrijven met de verhalen van de gekoloniseerde en gekerstende mensen als uit als uitgangspunt en met het zoeken naar nieuwe christelijke rolmodellen’ (p. 126).

Opnieuw ontdekken

In hoofdstuk 9 denkt André Jansen na over ‘Wederkerigheid: van overzee naar overal’. Hij stelt vast: ‘Wederkerigheid kent tot op heden geen gemakkelijke ontwikkeling. Het verloopt vaak moeizaam, is gevoelig, kwetsbaar en ingewikkeld.’ Toch is hij hoopvol: ‘Het opnieuw ontdekken van hetMissio Dei-perspectief laat ons met nieuwe ogen en harten naar wederkerigheid kijken. We zijn immers samen betrokken in Gods missie’ (p. 138).Evangelie in context

Evangelie in context

Zending kan niet zonder contextualisatie. Petra de Jong-Heins laat verschillende modellen voorbij komen en reflecteert daarop in hoofdstuk 12. Zij laat ook niet-westerse theologen aan het woord die stellen dat westerse zendelingen in het verleden niet goed luisterden naar de context waarin zij werkten: ‘… [dit] werd enerzijds veroorzaakt door hun overtuiging dat de westerse cultuur superieur was, en anderzijds door de overtuiging dat hun verstaan van het evangelie tijdloos en universeel was. Met als gevolg dat er een eenrichtingsverkeer in de communicatie ontstond’ (p. 170-171). Verder zegt ze: ‘Niet-westerse theologen benadrukken dat een missionaire kerk niet bij spreken alleen mag blijven. Ze moet zich inzetten voor verandering, speciaal voor de armen en onderdrukten’ (p. 172).

Onze Schepper eren

Bert Roor maakt duidelijk dat de ‘Zorg voor de schepping’ (hoofdstuk 18) alles te maken heeft met onze missie in deze wereld: ‘Bijdragen aan het herstel van de natuurlijke orde en het beschermen van de diversiteit aan soorten en biotopen hoort ten volle bij de missie van christenen in deze wereld. Met onze inzet daarvoor eren we onze Schepper en getuigen we van onze hoop voor de toekomst van de aarde’ (p. 226).

Spiegel en leeromgeving

Willem van ’t Spijker zet in hoofdstuk 20 ‘De zendende gemeente’ centraal. De betrokkenheid van de gemeente bij een uitzending kan ons helpen om in de spiegel te kijken: ‘Beter zicht op een integrale manier van kerk-zijn [elders] leidt mogelijk tot een nieuwe manier van kerk-zijn in de eigen omgeving.’ Hij voegt daar aan toe: ‘Zending verbindt mensen in Gods missie en is een rijke leeromgeving voor alle betrokkenen’ (p. 251).

De toekomst van zending

Onder het kopje ‘Nieuwe zendingspraktijken’ staat Jaap Haasnoot stil bij de focus op discipelschap, het gebruik van moderne media binnen zending en ‘business as mission’ (hoofdstuk 21). Welke kant gaat het op met kerk en zending in de 21e eeuw? De toekomst van zending ligt zeer waarschijnlijk bij zendingsbewegingen op het zuidelijke halfrond. Haasnoot: ‘Dan geldt wel de voorwaarde dat wij in het Westen ons bescheiden opstellen en bereid zijn om te veranderen. Het vraagt bovenal een houding van afhankelijkheid en loslaten en dat we erop vertrouwen dat God door zijn Geest nieuwe wegen wijst’ (p. 259).