Omgaan met de dood in interculturele kerken
Hoe we van en met elkaar kunnen leren als kerken in Nederland als het gaat om omgaan met de dood en rouw
‘Mijn vader is overleden in eenzaamheid, terwijl ik hem bleef vertellen dat ik onderweg was’. Dit zijn woorden van de Iraanse schrijfster Firoozeh Farjadnia die haar vader verloor in Iran. Toen hij op sterven lag, kon zij niet naar hem toe, vanwege de maatregelen van de toenmalige pandemie. Vergelijkbare situaties doen zich ook met enige regelmaat voor in interculturele kerken in Nederland. Veel mensen uit deze, vaak nieuw gestarte kerken, zijn door een vrijwillig of gedwongen proces van migratie naar Nederland gekomen en kunnen bij deze ingrijpende gebeurtenissen niet tijdelijk terugkeren naar hun land van herkomst. Het gevolg is dat er vaak geen afscheid van dierbaren genomen kan worden, dat culturele rituelen en gebruiken rondom de dood niet of niet volledig uitgevoerd kunnen worden en dat het rouwproces niet geheel doorlopen kan worden.
De dood raakt onze identiteit
Uit onderzoek (van Cyrille Kossigan Kokou-Koplou, C.S. Moukouta e.a) blijkt dat de impact van het niet kunnen uitvoeren van bepaalde culturele gebruiken rondom de dood en rouw, groot is. Neem het voorbeeld van de oudste zoon, die in veel culturen een belangrijke taak in het gezin heeft en zeker aanwezig geacht wordt bij het overlijden van zijn vader. Zijn afwezigheid, waarmee hij zijn vader niet de laatste eer heeft kunnen bewijzen, wordt gezien als een schande, waarmee hij voor altijd zijn status en eer als oudste zoon van verliezen. Of het voorbeeld van de toegenomen angst van een rouwende familie in Japan. De oudste zoon had het as van de overledene moeten begraven op het familieperceel. Nu dit niet goed uitgevoerd is, bestaat de kans dat overledenen de familie niet meer welgezind zijn en onaangenaamheden in de familie plaats zullen gaan vinden.
Dat de impact van deze onuitgevoerde rituelen en gebruiken zo groot is, komt omdat dood en rouw verbonden zijn met onze identiteit. Onze identiteit wordt namelijk gevormd door betekenisvolle relaties met anderen. Als iemand wegvalt door de dood, dan bedreigt de dood op een bepaalde manier onze identiteit of zelfs de identiteit van de hele kerkelijke gemeenschap. Rouw kan dan ook gezien worden als een moment van crisis, omdat er verlies geleden wordt aan de identiteit. Kenmerkend voor rouw in een interculturele context is dat het vaak over veel méér gaat dan over het verlies van een persoon. Veel bezoekers van interculturele kerken hebben het land van herkomst verlaten. Rouw gaat voor hen dus ook over het verlies van cultuur, status, land en gewoonten. Het opbouwen van een nieuw leven in een nieuw land is vaak een moeizaam proces, waar crisis, verandering en rouw een onderdeel van zijn.
Rituelen raken het innerlijk
Juist in tijden van crisis en verandering, als overtuigingen en wereldbeelden aangetast worden, zijn rituelen en gebruiken noodzakelijk. Zij bieden continuïteit en spelen op zo’n moment een extra grote rol in het leven van mensen. Cultureel bepaalde gebruiken proberen namelijk het innerlijke leven te ordenen en opnieuw betekenis te geven aan het leven. Zij geven dus op een bepaalde manier uiting aan wat er van binnen gebeurd. Het niet kunnen uitvoeren van deze rituelen, door bijvoorbeeld migratie, heeft dus grote impact op het rouwproces van de rouwende.
De dood verdrongen
Daarnaast wordt het niet goed kunnen doorlopen van een rouwproces versterkt door de visie op de dood en rouw in de huidige westerse samenleving. Vroeger had de dood namelijk een vanzelfsprekende plek in de maatschappij en was het iets waar de gemeenschap als geheel mee om moest leren gaan. Door de jaren heen is de dood echter steeds meer verdrongen uit de maatschappij en wordt het gezien als een zinloos verschijnsel, dat zoveel mogelijk beperkt en verminderd moet worden. In de huidige postmoderniteit lijkt er weer meer aandacht te zijn voor de dood. De digitale media helpen hierbij: de dood is meer zichtbaar geworden door programma’s op de publieke omroep en via livestreams van afscheidsdiensten en uitvaarten. Tegelijkertijd wordt er ook steeds vaker een beroep gedaan op medische ontwikkelingen met de verwachting dat de dood uitgesteld, verminderd of ongedaan gemaakt kan worden. In onze maatschappij wordt als het ware de werkelijkheid van de aanwezigheid van de dood weggedrukt.
Intercultureel van elkaar leren
Maar in dit alles kan de interculturele kerk een tegengeluid bieden. Enerzijds door ruimte te creëren voor rouwenden, om volgens de normen en waarden van zijn of haar cultuur te kunnen rouwen. Zij kan bijvoorbeeld een herdenkingsdienst organiseren voor een overleden ouder in het buitenland of zij kan als gemeenschap een bezoek brengen aan de rouwende familie om met hen te eten, zoals de familie in het land van herkomst ook zou doen. Aanwezigheid is een van de belangrijkste aspecten die de interculturele kerk kan bieden in rouwprocessen. De interculturele gemeenschap vormt namelijk vaak de vervanging van de oorspronkelijke gemeenschap van de rouwende.
Uit literatuurstudie en vanuit de praktijk blijkt dat er grote culturele verschillen zijn in de omgang met de dood en rouw bij mensen. Maar het thema rouw kan bij uitstek een verbindend thema zijn, omdat het universeel is. Ieder mens moet op een bepaalde manier omgaan met de dood en met rouw. De interculturele gemeenschap kan daarmee een plek worden waarin we van elkaar kunnen leren. Het toevoegen van rituelen en symbolen aan de liturgie kan hier een uiting van zijn. Denk bijvoorbeeld aan een jaarlijks terugkerend moment waarbij kaarsjes aangestoken worden en overledenen herdacht worden. Dit soort symbolische momenten zijn verbindend voor de interculturele gemeenschap en helend voor de rouwenden.
Nieuw verhaal in westerse samenleving
Daarnaast kan de interculturele kerk een nieuw verhaal bieden als het gaat over de omgang met de dood in een westerse samenleving. Zij heeft een verhaal van hoop te bieden; hoop op een God die leven geeft door de dood heen, met alle ruimte voor de rouw en het verdriet. Vanuit christelijke perspectief moet de dood namelijk gezien worden als een onderbreking van het oorspronkelijke plan van God met de wereld. Door de komst van de zonde leeft de mens in een verbroken relatie met de levengevende God en wordt de voortgang van het leven tegengehouden door de dood. Maar het christelijke geloof spreekt altijd over de dood vanuit het perspectief van het verlossende werk van Jezus Christus. Met Zijn dood en opstanding overwint Christus de dood en realiseert hij de nieuwe werkelijkheid die God aan mensen biedt: een werkelijkheid van eeuwig leven, zonder de dood. En vanuit die hoop mogen christenen hun leven vormgeven, ook als het gaat over de omgang met de dood. Want er komt een moment dat God ‘alle tranen van hun ogen zal afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn, want wat er eerst was is voorbij. En Hij die op de troon zit, zei: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’ (Openbaring 21:4-5a).
Door Linda Hoegee - Muilwijk