Bid, zonder ophouden

10:2b

Behalve het ‘Onze Vader’ zijn er niet zoveel algemene gebedsinstructies die Jezus ons heeft gegeven. Behalve dan deze: ‘De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt’ (Lukas 10:2b). Het klinkt misschien een beetje raar, maar als zendingswerkers bidden we dus in de eerste plaats om collega’s!

En interessant genoeg is dit idee een aantal jaar geleden opgepikt en uitgegroeid tot de 10-2b (ten-two-be) beweging. Elke dag om twee minuten over tien bidden over de hele wereld christenen om meer arbeiders in de oogst. Ik heb me daarbij aangesloten, en elke dag om 10:02 krijg ik een melding op mijn telefoon: tijd om te bidden.

Het lukt me lang niet altijd om precies op tijd te bidden. Dat geeft niet. De melding op mijn telefoon is geduldig en het kost maar een minuut. Maar het is een krachtige geestelijke discipline om een moment stil te staan bij de oogst. En om naar de Heer van de oogst te gaan.

En natuurlijk leidt dat ook weer tot persoonlijke inschakeling. Voor mij persoonlijk is 10:02 op zaterdagmorgen precies wanneer mijn hardloopclub begint. Dus bid ik als we beginnen met trainen. En ik kijk naar de andere lopers en bid dat zij de werkers zullen zijn. Zo raakte ik vorige week met John aan de praat. Hij doet sinds een paar weken mee en is Christen. Een arbeider in de oogst van hardlopers! In andere situaties blijk ik zelf de arbeider te worden en geeft God mij de kans om te getuigen.

…zonder ophouden

Het GZB-thema heeft mij ook persoonlijk weer laten nadenken over het ophouden met bidden. ‘Amen’ zeggen aan het einde van een gebed heeft zo zijn functie, zeker als je samen met anderen bidt. Dan weten ze dat je klaar bent. Of ze kunnen instemmen door ook ‘amen’ te zeggen.

Maar het is niet per se Bijbels. ‘Bid zonder ophouden’, zegt Paulus in 1 Thessalonicenzen 5:17. Daarom is het een idee om te stoppen met ‘Amen’ zeggen, zeker in onze persoonlijke gebeden. Want het amen lijkt dan iets te gaan betekenen als ‘tot de volgende keer’. Alsof we daarmee het gesprek afsluiten. Nee! Laten we bidden zonder ophouden en dus zonder ‘amen’ te zeggen.

Een knipoog van Lukas

Nog even terug naar de ten-to-be. Laatst bladerde ik door het boek Handelingen en ik realiseerde mij dat ook daar een ten-to-be is geschreven door Lukas. Hij noteerde Jezus’ gebedsopdracht in zijn evangelie, maar wie is er in Handelingen 10:2 aan het bidden?

Cornelius! Is het een literair stijlmiddel van Lukas? Misschien, maar in ieder geval zien we hier dat het gebed recht uit de oogst komt. Dat is een bemoediging voor al ons werk. Want of we nu als arbeider de oogst ingaan, of bidden om meer arbeiders… het zegt ons dat God ons met Zijn Heilige Geest voorgaat.